Kille mijlen naar St. Katherine’s dock – Londen 2

Koldewe “Ben je wakker? Volgens mij moeten we zo gijpen”, zeg ik zacht. Het waait nog steeds behoorlijk op de Noordzee. Met wind in de zeilen, zowel in de fok van de Vijaya als in mijn gemoedstoestand, hield ik afgelopen anderhalf uur wacht. Alles onder controle. De boot, de koers, het verkeer, zelfs mijn maag en hoofd. Ik krijg er plezier in en laat de schipper wat langer liggen. Totdat een ondiepte sneller dichterbij kwam dan ik inschatte. “Kijk, hier zitten we”, zeg ik ditmaal onbezonnen kalm met de iPad in mijn handen. Binnen een nanoseconde schakelt hij van ruststand naar scherpte en alertheid: “We moeten direct gijpen! Waarom heb je me niet eerder gewekt?” Euh, o jee…

Terwijl het schip met 8 knopen zich snelt naar de plek waar we absoluut niet moeten zijn, schiet de schipper zich in zijn reddingsvest en stuift naar buiten. In rap tempo keren we. Beheerst, adequaat en direct. De rust keert terug op de boot. Het is stil en voelt kil. Had ik dit ook zelf kunnen doen? Ja, in theorie absoluut. Bij daglicht met windkracht zacht in de zon, zeker. En wellicht met wat meer lef…

Kille mijlen
Kille mijlen volgen. 40 foot is ineens te klein. Waar ben ik aan begonnen? “Kou is een emotie”, leerde Gerard mij enkele weken geleden. Met zijn Greyhound vaart hij net als wij naar Londen. Met de emotie kan ik dealen, ook met stilte, maar met kilte…? Goh, ik begin te zwetsen.

Voor top en takel
De Thames komt dichterbij. Te snel. We strijken de fok en varen voor top en takel verder. Zonder zeil, enkel op de kracht van de golven en de winddruk tegen de mast en romp. We varen alsnog 5 á 6 knopen. Natuurkunde: water, wind en een goed ontworpen boot. Wat een wonder!

Rivier vol historie
De nacht komt ten einde. De zon komt langzaam op. De natuur ontwaakt, stemming ontdooit en mijn glimlach keert terug. Het enige wat tegenwerkt is de stroming van de Thames. Op de motor brommen we over de rivier vol historie. De zon rijst en geeft glans aan het bruine water en weerkaatst op de in zicht komende gebouwen. Een kus maakt het compleet. Twinkelende ogen en een kloppend hart. We zijn er bijna!

St. Katherine’s dock
Vlak voor de Tower Bridge liggen de Greyhound en de Vijaya aan een mooring te wachten tot de sluis van St. Katherine’s dock opengaat. In de kombuis verwarmt vuur de glühwein. Een whiskydrinkende Engelsman maakt met ons een praatje terwijl hij zijn motorboot vastlegt. Tijd verstrijkt, meer boten sluiten aan. Dan gaat de sluis open. Geschreeuw, gedrang en onduidelijkheid volgt. Toch lukt het de dame op de kade om elk schip de kleine sluis binnen te dirigeren naar haar wil. Een ongeboren baby in een baarmoeder heeft meer ruimte dan de boten in deze authentieke sluis.

Zoet, warm water en Lou D
De sluis opent zich aan de andere kant. We varen naar onze plek. Pal naast Starbucks. Yes! Lekkere koffie morgenochtend. Maar nu eerst… douchen! Hoewel ik uren op het water heb gezeten, verlang ik naar water over mijn lichaam. Zoet, warm water. De uitermate mooie douches zijn te klein naar de smaak van de schipper. Dus ik sta alleen, daar in hartje Londen, onder een warme douche. Ik sluit mijn ogen, mijn favoriete bluesnummer van Lou D komt tot mij, terwijl ik tot mezelf kom. Voldoening op en top en vooral dankbaar.

Madeleen Koldewe Londen lier
Alles komt goed

 

Madeleen Koldewe en Huib Swets
We zijn er bijna
Madeleen Koldewe Londen
Ik heb het gered…

 

 

 

 

 

 

Het is gelukt! We zijn naar Londen gezeild! We vieren oud en nieuw straks op de Tower Bridge. Wow! Alleen… zal 40 foot groot genoeg zijn voor ons? O, en over een paar dagen zeilen we weer terug naar Amsterdam… Hoe zal dat gaan?

Coldhanded zeezeilen met een solozeiler; overgave is mijn redding – Londen 1

Madeleen KoldeweOp een winterse nacht raast de wind met meer dan 35 knopen langs de fok. Met een gemiddelde snelheid van 9 knopen SOG denderen we over de Noordzee. Een enkele ster, een wassende maan en zo nu en dan een passerend vrachtschip verlichten de duisternis. Achter ons doemt de ene golf na de andere op. Deze watermonsters nemen de boot mee de hoogte in waarna een snoekduik volgt. Aantrekken en afstoten, keer op keer. Deze one-off van Koos de Ridder lijkt ervoor gemaakt, net als de schipper zelf.

Als speelbal overgeleverd aan de stroming, de wind en het humeur van Triton blijft de koers Londen. Op derde kerstdag startte de tocht. In rap tempo verdween IJmuiden uit zicht, zowel door de sneeuw boven het land als door de snelheid van het schip. Na het hijsen van de fok verblijf ik gehuld in drie broeken, vijf truien en een zeilpak nog even buiten in de kuip. Ik steek een sigaret op en proef voor het eerst het zout op mijn lippen en erken dat dit mijn zeezeilontmaagding is. Ik neem een trekje van mijn sigaret, met de rook uitademend prevel ik in stilte de mantra van de dag: “De boot is hiervoor gemaakt, de schipper is een ervaren solozeiler, overgave is mijn redding.”

Zeeziekte tussen de oren
De afkeurende blik naar mijn sigaret negeer ik op dezelfde manier toen ik met een sigaret zijn spinnaker trimde tijdens een Coldhanded-Cup-wedstrijd. Op een dag stop ik. Hij weet wanneer en hoe dat bewerkstelligt kan worden. Terwijl mijn ingewanden, maag en benen zich met protest aanpassen aan het intens deinen van het schip, klauter ik de kajuit binnen. Het evenwichtsorgaan zit tussen de oren, zeeziekte daardoor ook. Dankzij yoga- en meditatietechnieken blijft er interne lichamelijke controle. Motoriek blijft wat achter, blijkt als ik een beugel in de kombuis breek.

Zeezeilles 1 – voor mij dan – de één houdt wacht, de ander rust, maar eerst de spoedcursus marifoon en wat-te-doen-bij-nood. Met aandacht luister ik, en dat is best lastig als het evenwichtsorgaan zich door het brein beweegt als een kogel door een flipperkast. Een boot wiegt namelijk niet op een winterse zee, het deint ook niet, het lanceert je continu van bakboord voor naar stuurbord achter. Dat kost energie en daardoor is de wisseling van rust en wacht noodzakelijk.

Is dit zeilen?
Als eerste stap ik de kooi in. Goh, is dit nu zeilen? Liggen onder een deken? De slaap is niet te vatten. In plaats van tegen een warm lichaam, lig ik tegen de binnenkant van de aluminium veertig footer. Dan maar zeemeeuwen tellen… 1, 2, 3, 4, 8, 7, 7… Huh? Waterkracht scheert zich langs mijn oor, we duiken, nee we vliegen. Bootsnelheid is hoorbaar. Een windvlaag en een golf zorgen voor een snelheid boven de 15 knopen!

De compositie van het zeilgevoel
Gelukkig is de wind constanter tijdens mijn wacht. Via de iPad, navigatiemeters en door af en toe mijn hoofd naar buiten te steken, houd ik oog op de koers en het verkeer. Lang leve de stuurautomaat. Wat een goed schip is dit! Het kolkende water, de zingende mast en het kraken van de boot beangstigen niet langer, maar vertalen het zeilgevoel in een compositie.

Compleet afhankelijk van zijn kennis, kunde en goede wil
Totdat de prachtige compositie abrupt wordt overstemt door de stem van het plotselinge besef. Ik vaar midden in de nacht, in de winter, met windkracht 7 á 8 bft, over de Noordzee, met een solozeiler met wie ik ook een relatie ben aangegaan… Ik ben compleet overgeleverd aan hem. Ik volg zijn aanwijzingen op, zijn orders. ik ben afhankelijk van zijn kennis, kunde en goede wil. Ik, als ambassadeur van de zelfstandige vrouw zonder vrouwelijkheid te verloochenen. FOK!

Brandwonden
Ja, de fok verwisselen we op zee. Hij op het voordek, ik bij de lijnen in de kuip. In één keer moet de fok naar beneden. “Los, nu!”, galmt vanaf het voordek. De klem blijft hangen. Een slag erop en de val schiet door mijn handen met brandwonden als gevolg. Ja, ik brand mijn handen.

Overgave als overleving
En wie zich brandt, moet op de blaren zitten. Ooit repareerde ik op een zomerse ochtend mijn toilet met mijn roze baco, enkel gekleed in een satijnen negligé. Dat kan ik als zelfstandige vrouw. Nu in zeilpak, raak ik dat kwijt. Ik ben afhankelijk van een solozeiler deze trip. Wat een avontuur is dit. Hoe loopt het af? Ik prevel mijn mantra nogmaals….“Overgave is mijn redding”, en vul het aan met: “Leuk, hè? Hier in het Nu.”

Hoe dit avontuur verder gaat en hoe het afloopt… kun je op een later moment lezen. Voordat ik verder schrijf, pak ik mijn roze baco weer op, ditmaal om mijn verwarming te fixen.