Coldhanded zeezeilen met een solozeiler; overgave is mijn redding – Londen 1

Madeleen KoldeweOp een winterse nacht raast de wind met meer dan 35 knopen langs de fok. Met een gemiddelde snelheid van 9 knopen SOG denderen we over de Noordzee. Een enkele ster, een wassende maan en zo nu en dan een passerend vrachtschip verlichten de duisternis. Achter ons doemt de ene golf na de andere op. Deze watermonsters nemen de boot mee de hoogte in waarna een snoekduik volgt. Aantrekken en afstoten, keer op keer. Deze one-off van Koos de Ridder lijkt ervoor gemaakt, net als de schipper zelf.

Als speelbal overgeleverd aan de stroming, de wind en het humeur van Triton blijft de koers Londen. Op derde kerstdag startte de tocht. In rap tempo verdween IJmuiden uit zicht, zowel door de sneeuw boven het land als door de snelheid van het schip. Na het hijsen van de fok verblijf ik gehuld in drie broeken, vijf truien en een zeilpak nog even buiten in de kuip. Ik steek een sigaret op en proef voor het eerst het zout op mijn lippen en erken dat dit mijn zeezeilontmaagding is. Ik neem een trekje van mijn sigaret, met de rook uitademend prevel ik in stilte de mantra van de dag: “De boot is hiervoor gemaakt, de schipper is een ervaren solozeiler, overgave is mijn redding.”

Zeeziekte tussen de oren
De afkeurende blik naar mijn sigaret negeer ik op dezelfde manier toen ik met een sigaret zijn spinnaker trimde tijdens een Coldhanded-Cup-wedstrijd. Op een dag stop ik. Hij weet wanneer en hoe dat bewerkstelligt kan worden. Terwijl mijn ingewanden, maag en benen zich met protest aanpassen aan het intens deinen van het schip, klauter ik de kajuit binnen. Het evenwichtsorgaan zit tussen de oren, zeeziekte daardoor ook. Dankzij yoga- en meditatietechnieken blijft er interne lichamelijke controle. Motoriek blijft wat achter, blijkt als ik een beugel in de kombuis breek.

Zeezeilles 1 – voor mij dan – de één houdt wacht, de ander rust, maar eerst de spoedcursus marifoon en wat-te-doen-bij-nood. Met aandacht luister ik, en dat is best lastig als het evenwichtsorgaan zich door het brein beweegt als een kogel door een flipperkast. Een boot wiegt namelijk niet op een winterse zee, het deint ook niet, het lanceert je continu van bakboord voor naar stuurbord achter. Dat kost energie en daardoor is de wisseling van rust en wacht noodzakelijk.

Is dit zeilen?
Als eerste stap ik de kooi in. Goh, is dit nu zeilen? Liggen onder een deken? De slaap is niet te vatten. In plaats van tegen een warm lichaam, lig ik tegen de binnenkant van de aluminium veertig footer. Dan maar zeemeeuwen tellen… 1, 2, 3, 4, 8, 7, 7… Huh? Waterkracht scheert zich langs mijn oor, we duiken, nee we vliegen. Bootsnelheid is hoorbaar. Een windvlaag en een golf zorgen voor een snelheid boven de 15 knopen!

De compositie van het zeilgevoel
Gelukkig is de wind constanter tijdens mijn wacht. Via de iPad, navigatiemeters en door af en toe mijn hoofd naar buiten te steken, houd ik oog op de koers en het verkeer. Lang leve de stuurautomaat. Wat een goed schip is dit! Het kolkende water, de zingende mast en het kraken van de boot beangstigen niet langer, maar vertalen het zeilgevoel in een compositie.

Compleet afhankelijk van zijn kennis, kunde en goede wil
Totdat de prachtige compositie abrupt wordt overstemt door de stem van het plotselinge besef. Ik vaar midden in de nacht, in de winter, met windkracht 7 á 8 bft, over de Noordzee, met een solozeiler met wie ik ook een relatie ben aangegaan… Ik ben compleet overgeleverd aan hem. Ik volg zijn aanwijzingen op, zijn orders. ik ben afhankelijk van zijn kennis, kunde en goede wil. Ik, als ambassadeur van de zelfstandige vrouw zonder vrouwelijkheid te verloochenen. FOK!

Brandwonden
Ja, de fok verwisselen we op zee. Hij op het voordek, ik bij de lijnen in de kuip. In één keer moet de fok naar beneden. “Los, nu!”, galmt vanaf het voordek. De klem blijft hangen. Een slag erop en de val schiet door mijn handen met brandwonden als gevolg. Ja, ik brand mijn handen.

Overgave als overleving
En wie zich brandt, moet op de blaren zitten. Ooit repareerde ik op een zomerse ochtend mijn toilet met mijn roze baco, enkel gekleed in een satijnen negligé. Dat kan ik als zelfstandige vrouw. Nu in zeilpak, raak ik dat kwijt. Ik ben afhankelijk van een solozeiler deze trip. Wat een avontuur is dit. Hoe loopt het af? Ik prevel mijn mantra nogmaals….“Overgave is mijn redding”, en vul het aan met: “Leuk, hè? Hier in het Nu.”

Hoe dit avontuur verder gaat en hoe het afloopt… kun je op een later moment lezen. Voordat ik verder schrijf, pak ik mijn roze baco weer op, ditmaal om mijn verwarming te fixen.

Balanceren aan de andere kant van de zeereling

Madeleen Koldewe
Op het startschip

In de vroege ochtend loop ik over de steiger terwijl geen schip in zicht is door de mist. Hoewel ik de weg ken in de haven, voel ik me verloren. Wat doe ik hier terwijl ik geen boot heb om mee te varen tijdens de winterwedstrijden, de Coldhanded Cup? Mijn doel is om te observeren, om vervolgens een deel redactie en communicatie voor de organisatie op mij te nemen. Hoe? Vanaf de kade? Nee, Huib Swets, mede-initiatiefnemer van de Coldhanded Cup, schiet mij te hulp. Hij biedt aan om mij naar het startschip te brengen met zijn Vijaya waarmee hij zelf de wedstrijd vaart. 

Met laptop en tas stap ik op zijn ‘one off’ van Koos de Ridder. Voordat ik het in de gaten heb, krijg ik de helmstok in mijn handen en vaar ik zijn boot de haven uit. “Voorbij het Noordgat ligt de Sensor, daar moet je heen”, zegt de schipper terwijl hij zijn zeilen en lijnen klaarmaakt met het gemak zoals alleen een ervaren solozeiler dat kan. Door de mist zie ik nauwelijks iets, de laatste helmstok die ik vast had, zat op een klein open bootje en dat was twintig jaar geleden. Nu stuur ik een 40 footer over het water, door de mist heen met mijn hart in mijn keel. Tien spannende minuten later geef ik het roer weer over. De opluchting duurt echter niet lang.

“Niet nu en niet daar! Wacht op het juiste moment en pak me vast.” Mijn hele lichaam trilt, mijn gezicht verstijft, terwijl ik aan de andere kant van de zeereling balanceer op een randje van de boot. Hoe kom ik al varend van de Vijaya op het grote startschip? Ik kijk de voor mij nog onbekende Peter aan, zet mijn linkervoet op het startschip en zet me met mijn rechtervoet af vanaf de Vijaya. Ik sta bijna in een spagaat. De man pakt me stevig vast en tilt me aan boord en houdt me nog even vast zodat ik kalmeer. Mijn vertrouwen in deze twee mannen, Huib op zijn boot en Peter op de Sensor, zijn terecht. Veilig kom ik van het zeilschip op de Sensor, het startschip.

Vanaf de Sensor doet het adembenemende schouwspel, bestaande uit twaalf schepen gehuld in de mist op het stille water, mijn hartslag verlagen. De teams maken zich intussen klaar voor de start. De dual-handed-klasse start als eerst. Voor de startlijn begint de strijd al. Het is dringen. Met drie man bedienen we de wedstrijdvlaggen op aanwijzingen van Pieter, de starter van de dag. Madelon bemant de luide scheepstoeter. Op dezelfde manier geven we het startsein voor de fully-crewed-teams.

Snelle schepen strijden tegen elkaar met aan boord moderne apparatuur, tuigage en zeilen. Mijlen verder vaart een vloot oude driemasters over hetzelfde water, onderwijl de mist verdampt in de zon. Alleen de Kraken mist nog in dit mystieke beeld. Het is goed te zien en te fantaseren vanaf deze locatie. Want tja, wat te doen op een startschip na de start?

Koldewe zeilen vijaya
Overstappen met tassen…
Lelystad-haven-zonsondergang
Het klaarde toch nog op
Madeleen-Koldewe-uitzicht
Vlak voor de start