Ga jij maar hiken!

19.45 uur. De starttoeter schalt. De zeilen staan afgesteld en we passeren als eerste de startlijn. De boot snijdt door het water. Mijn blik dwaalt af naar achteren. Door de open achterkant zijn de golven zichtbaar die de boot achter zich laat. De tekeningen in het water verraden een hoge snelheid. Net als de achterblijvende concurrerende boten. Goh, zeilen op een Salona 41 is heel anders dan op een Optima 101.
Rik en ik varen mee met de havenbaas. “Madeleen, jij trimt het grootzeil vandaag.” Kijkend naar het immens grote zeil val ik letterlijk en figuurlijk bijna achterover. Hoewel de regen net niet meer valt, waait het behoorlijk. Hoe soepel de Salona ook vaart, kracht zal nodig zijn. Behendigheid wellicht ook.

Rik bij de grootschoot, ik bij de traveler. De eerste manoeuvre komt eraan. Vol overgave zet ik het grootzeil naar de andere kant van het schip. Hoewel, dat is de bedoeling. Met het touw in mijn handen, glijd ik uit en lig ik languit, gestrekt in de kuip op mijn rug. “Madeleen, ga jij maar hiken”, luidt het volgende bevel.

En daar zit ik dan. Naast twee mannen aan de hoge kant van de boot, ver weg en uit de weg van alle lijnen. Met ons gewicht trachten we de boot platter in het water te duwen. Kou treedt in. Het oude zeilpak houdt dat niet tegen. Toch brandt het innerlijk vuur. Wat een snel schip. Voelbare kracht, groot en gracieus. In gedachte vaar ik op mijn eigen boot richting Caribisch gebied en verder…
Ooit… Eerst finishen en afmeren.